Vanaf juli 2023 krijgen organisaties met meer dan 100 medewerkers te maken met het Besluit CO2-reductie werkgebonden personenmobiliteit, ook bekend als de normerende regeling. Dit besluit maakt het verplicht om een aantal gegevens over woonwerk- en zakelijke ritten van medewerkers te registreren en jaarlijks door te geven aan de overheid.
Voor 1 juli moeten werkgevers gegevens van het voorgaande jaar aanleveren over het aantal gereisde kilometers, de gebruikte vervoermiddelen en de gebruikte brandstof. Dit betekent dat voor 1 juli 2024 gegevens aangeleverd moeten worden over het halve jaar van 2023. Daarna gaat het om reguliere jaarcijfers.
Het besluit komt voort uit het Klimaatakkoord. Hierin zijn afspraken gemaakt om de CO2-uitstoot te verminderen. Dat kan door minder kilometers te maken of meer gebruik te maken van fiets, OV of elektrisch vervoer. Het doel van het besluit is dat werkgevers bewuste keuzes maken over verduurzaming van hun mobiliteit. Uiteindelijk moet de CO2-uitstoot door werkgebonden personenmobiliteit in 2030 met 1 megaton (1000 miljoen kilogram) worden teruggedrongen.
Gegevens aanleveren
Vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat wordt er een handreiking opgesteld. Hierin staat welke gegevens je als werkgever jaarlijks voor de deadline moet aanleveren en hoe je aan deze gegevens kunt komen. De handreiking is eind 2022 voor alle werkgevers beschikbaar.
Maatregelen bij onvoldoende CO2-reductie
Het ministerie van IenW heeft een tijdspad uitgezet om de reductie van 1 megaton in 2030 te halen. Het gaat hierbij om een collectieve norm. In 2025 evalueert het ministerie de CO2-reductie die in 2024 is behaald. Als organisaties goed op koers liggen, blijft het bij rapporteren en die collectieve norm. Als dat niet lukt, kan vanaf 2026 een wettelijke individuele norm worden ingesteld waarmee slimmer en zuiniger reizen kan worden afgedwongen. Dit zal in eerste instantie op de zakelijke kilometers zijn.