Berkman & Euser

Het streven naar continuïteit is de rode draad in hun beider familiebedrijven, constateren Bas Euser van logistiek dienstverlener Euser, onder meer betrokken bij het vervoer van AGF, en Pieter Berkman van Berkman Energie Service. Beide bedrijven zijn al meer dan 100 jaar actief – met de derde en vierde generatie aan het roer – en richten de blik op de lange termijn waardoor ze telkens meegroeien met hun klanten. Ook in deze tijd is het nodig om nieuwe stappen te zetten om de bedrijven naar de volgende fase te kunnen brengen.

Dat die volgende fase voor hen draait om duurzame mobiliteit is Pieter en Bas wel duidelijk. Ook duidelijk is dat veel van die volgende stap nog onontgonnen terrein is. Het is de reden dat Bas hamert op samenwerking. “Aangezien wij de laatste schakel zijn in de hele keten kijken we gezamenlijk met onze opdrachtgevers naar hoe we het kunnen aanvliegen en wat daarvoor nodig is. We nemen daarin het voortouw bij de klanten en nemen ze in dat proces ook mee.” Pieter vult aan dat ‘groen’ daarbij niet alleen een verkoopargument moet zijn. Hij pleit voor een no-nonsense houding en wil voor zijn klanten een kritische partner zijn.

Berkman gaat op een nieuwe locatie binnen Dutch Fresh Port een MobilityHUB ontwikkelen met ondermeer een truckparking, reeferhub en een waterstoftankstation, waarbij de ambitie is om de windturbines aan dit waterstofstation te koppelen om groene waterstof te produceren. “De MobilityHUB is daarom een fysieke plek waar ook ruimte is om innovaties op het gebied van mobiliteit en duurzaamheid te faciliteren en op dit moment hebben zowel Euser als EQUANS aangegeven mee te willen doen als partner in deze ontwikkeling,” zegt Pieter.

Schetsontwerpfase

Momenteel is de MobilityHUB in de schetsontwerpfase. Er is overeenstemming over de locatie en de drie partijen werken op dit moment aan de concrete invulling van de hub. Daarvoor wordt nagedacht over het toepassen van onder andere waterstoftechnologie, battery-storage en smartgrid – waarbij technologie wordt ingezet om vraag en aanbod van elektriciteit op elkaar af te stemmen.

Innoveren en experimenteren

Maar ook in de eigen bedrijven innoveren en experimenteren de ondernemers om inzicht te krijgen in de mogelijkheden van duurzame mobiliteit. Ook al brengt dat een zeker risico met zich mee. “Afhankelijk van de situatie willen we een koploper of een middenvelder zijn, maar een investering mag nooit ten koste gaan van de continuïteit van onze bedrijven,” geeft Pieter aan. Zo heeft Berkman Energie Service geïnvesteerd in batterij-elektrische en waterstof-elektrische auto’s, laadpalen en is bezig om een waterstoftankstation te bouwen.

Ook Euser heeft onlangs in batterij-elektrische vrachtwagens geïnvesteerd waarbij het ontdekken van de mogelijkheden van het product voor Bas centraal staat. “Wij doen het voorlopig puur om ervan te leren en te kijken hoe we deze vrachtauto’s kunnen inzetten. Het is de toekomst waar we voor staan en daar gaan we op deze manier mee starten.”

Niet toegerust

Bij alle focus op energietransitie missen de heren een lange termijn visie van de landelijke overheid en uiten zij hun zorgen over het netwerk dat niet is toegerust op de toenemende elektrificering. Zij verwachten dat er rigoureuze aanpassingen aan de infrastructuur nodig zijn om voldoende capaciteit te kunnen genereren en op te slaan voor alle nieuwe duurzame gebruikers. Bas geeft aan dat er voor een vloot van elektrische vrachtauto’s zoveel capaciteit nodig zou zijn, dat hij zich vragen stelt bij de haalbaarheid daarvan. Een praktisch punt waar hij bijvoorbeeld tegenaan loopt, is dat zonnecollectoren overdag, als de zon schijnt, elektriciteit genereren. Maar overdag rijden de vrachtauto’s, dus die moeten ’s nachts laden, als de zon niet schijnt, en het elektriciteitsnet heeft geen opslagfunctie.

Daarom vindt Pieter dat de focus breder zou moeten zijn dan elektrificering alleen. “Zelfs al zou het kunnen, is het de vraag vanuit continuïteit of je een infrastructuur op één systeem zou willen uitleggen. Nu is er tegelijkertijd een fossiel, aardgas en elektrisch systeem. Elektrificering alleen maakt ons kwetsbaarder.” Hij pleit dan ook voor de gelijktijdige ontwikkeling van de waterstoftechnologie in combinatie met de verdere elektrificering. “Allebei zijn nodig voor het grote geheel,” besluit Bas.

Bron: agf.nl

Zeg je duurzaam, dan zeg je Van Gelder groente en fruit. Het bedrijfsgebouw aan de Krommeweg behoort tot de top 5 van duurzaamste nieuwbouwlocaties in Nederland. Alles is er duurzaam, tot de tapijttegels aan toe. Daarnaast investeert Van Gelder groente en fruit in het zogenaamd verticaal telen van onder andere sla. Het telen van 1 kilo groente kost hierbij slechts 1 liter water. En dat is spectaculair minder dan de 260 liter water die nodig is bij telen op de koude grond of de 20 liter water bij kasteelt. Directeur Gerrit van Gelder is blij met de duurzame stappen die hij heeft gezet. “Maar eerlijk is eerlijk, eenvoudig is het niet.”

Zonnepanelen op het dak: 3.500 stuks. Fruitbomen in de boomgaard voor het pand: 540 stuks. Gasverbruik: 0 m3. Energieverbruik voor het opwarmen van de kantoren: 0. Reductie van de CO2-uitstoot: aanzienlijk. Het groenteafval pureert Van Gelder tot basis voor biologische brandstof en het water van het dak wordt opgevangen en voor de toiletten gebruikt. Alle mogelijke maatregelen op het gebied van duurzaamheid zijn in en om het gebouw van Van Gelder doorgevoerd.

Allerhoogste niveau

Van Gelder groente en fruit streeft er onder meer naar om Nederland gezonder en duurzamer te laten eten. Toen er nieuwbouw gerealiseerd moest gaan worden, heeft het management van Van Gelder groente en fruit dan ook veel gesprekken gevoerd over hoe ver het als bedrijf hierin wilde gaan. Gerrit van Gelder: “Er zijn vijf niveaus, waarbij 1 de minst duurzame optie en 5 de duurzaamste. Hoe hoger het duurzaamheidsniveau, hoe groter de investering. Toch hebben we besloten voor het allerhoogste niveau te gaan, mede omdat we veel aanbestedingen doen bij de overheid. Daarbij komt de vraag naar duurzaam ondernemen vaak terug.” De aanpassingen die nodig waren voor een duurzame inrichting heeft Van Gelder meteen in het bestek meegenomen. “Van begin tot eind heeft W4y ons begeleid. Dit is een gespecialiseerd adviesbureau in gebouwgebonden installaties, bouw en duurzaamheid.”

Kosten en opbrengsten

De investering is hoog. “Dit hebben we mede kunnen betalen dankzij subsidies en het aftrekken van een deel van de vennootschapsbelasting. Op dit moment heb ik geen inzicht in wat het oplevert. Het voorbije coronajaar maakt vergelijken erg lastig. Wel is zo dat het BREAAM-certificaat (duurzaamheidsprestatie van vastgoed) opdrachtgevers iets makkelijker over de streep trekt, zeker als ook zij daar groot belang aan hechten. Maar als het puntje bij het paaltje komt,  gaat het altijd om de prijs van je product en dienstverlening. Dat is en blijft zo.”

Voorwaarden en controles

Gerrit van Gelder is hoe dan ook blij dat zijn bedrijf deze stap heeft gezet. “Duurzaam leven is belangrijk en heeft de toekomst. Maar het is allesbehalve eenvoudig. Vrijwel alles moet aan speciale voorwaarden voldoen, zoals kwaliteit, automatisering en toepassing van LED-verlichting. De tapijttegels bijvoorbeeld waren destijds alleen in Amerika verkrijgbaar. Ze zijn gemaakt van gerecycled materiaal. Voor duurzame producten wordt vaak nieuw materiaal toegepast dat in de praktijk kan tegenvallen. En er zitten veel controles aan vast, want de toepassingen moeten up to date blijven, de isolatie voldoende dik, de inrichting onderhouden en de vleermuizen in de vleermuizenkast worden geteld. Daarvoor moeten we verschillende contracten  afsluiten. Van langdurige onderhoudscontracten tot een jaarlijks contract voor de controle van de vleermuiskast.”

Duurzaamheid, gezondheid en smaak

De ontwikkeling past helemaal bij Van Gelder. “Duurzaamheid, gezondheid en smaak zijn de drie thema’s waarop we ons de komende tien jaren focussen. We willen eraan meewerken dat mensen meer gezonde voeding eten en minder vlees. Dat geeft minder CO2-uitstoot. Met het verticaal telen dragen we hier eveneens aan bij. Dit heeft een grote toekomst. Je kunt de techniek namelijk overal ter wereld neerzetten, bijvoorbeeld op de toendra in Rusland of het lavaveld op IJsland. Zolang er maar water beschikbaar is. Verticaal telen scheelt daarmee niet alleen heel veel water, maar ook vlieguren. Alle landen kunnen hun groenten namelijk dichtbij huis telen en oogsten. Zo hou je de productie dichtbij de afzetmarkt. Reken maar uit.”

Fruitbomen

Zelfs de boomgaard van 540 fruitbomen die Gerrit van Gelder onlangs heeft aangeplant bij de entree  heeft een duurzame insteek. “De boomgaard is in eerste instantie bedoeld om kinderen er bewust van te maken dat een appel aan een boom groeit en dat gezond eten ook lekker is. Maar er zit inderdaad ook een duurzaam aspect aan. Al dat asfalt rondom ons gebouw was slecht voor de waterafvoer tijdens extreme regenbuien. Door het asfalt te vervangen door fruitbomen helpen we ook daar het milieu een handje bij.”

Tip

 De belangrijkste tip van Gerrit van Gelder voor bedrijven die ook een duurzaam gebouw ambiëren: “Probeer duurzaamheid vanaf de start mee te nemen in de inrichting van een nieuwbouw. Achteraf kan er ook nog veel, maar dat is altijd duurder.”

Contact

Postadres GR Nieuw Reijerwaard Postbus 4010 2980 GA Ridderkerk info@dutchfreshport.eu
Bezoekadres GR Nieuw Reijerwaard Voorweg 25
2988 CG
Ridderkerk
+31 (0)180 2000 30

Nieuwsbrief

Wilt u op de hoogte blijven van het nieuws op Dutch Fresh Port? Aanmelden voor de nieuwsbrief

Cookie instellingen

Wij gebruiken cookies om uw gebruikerservaring te verbeteren. Informatie over de verwerking van (persoons)gegevens kunt u vinden in de privacyverklaring.

Privacyverklaring | Sluiten